zaterdag 29 januari 2011

Verderop is altijd een brug


Ja, ik wist het wel: de Jan Hop zou begin september stoppen met het overzetten van passagiers. Daar ligt hij aan de overkant. Op het bankje ernaast zitten twee fietsers, vermoedelijk ook gestuit door het kanaal. Het is te ver om een praatje te maken.

Uit het café, met de mooie gevelsteen, komt een meisje: “Dag mijnheer,” zegt ze vrolijk.

“Goedemorgen,” probeer ik even zonnig terug te zeggen. “Hoe kom ik van hier het makkelijkst in Schermerhorn?,” maak ik gelijk van de gelegenheid gebruik.

“Verderop is een brug,” is het even vriendelijke antwoord dat ze al honderd keer heeft gegeven aan andere fietsers. Dat realiseer ik me pas veel later.

Verderop is altijd een brug. Deze ligt 4 km noord-west. Ik moet noord-oost. Het pontje is veel mooier en ik vind het prettig om langs de prachtige ‘stadjes’ Graft en De Rijp te fietsen. Het is niet anders. Ik trap en zie nu nog wel het Alkmaardermeer: een grillig groot water. Het is moeilijk een plek in Noord-Holland te vinden die beter laat zien hoe de provincie er 400 jaar geleden uitzag.

De dienstregeling van de Jan Hop in Spijkerboor laat me weer botsen tegen het einde van de zomer. En weer verbaas ik me. De grijze horden op de fiets trekken zich niets aan van schoolvakanties, doordeweekse dagen en seizoenen; ze fietsen als het mooi weer is. Het hele jaar lang. Dat is plezierig en goed voor hun conditie en de diabetici en hartpatiënten onder hen komen zo aan hun lichaamsbeweging.

Een pont is niet alleen een halve barrière, die de snelheid uit je tocht haalt, maar ook een belevenis die het fietsen sjeu geeft. Geef toch een beetje subsidie, zodat de ponten kunnen blijven varen en Nederland gezond op de fiets, denk ik onderweg naar de brug over de N246.

Geen opmerkingen: