zaterdag 8 februari 2014

Tauberbach: rauwe liefde op een vuilnisbelt

Het doek gaat op. Het toneel ligt vol gekleurde kleding. Daarin liggen verborgen vijf dansers van het gezelschap van Alain Platel, les ballets C de la B. In de lucht zoemen vliegen, ze zullen daarmee het hele stuk niet ophouden. Het podium is een vuilnisbelt waarin een schizofrene vrouw woont, eet, leeft en worstelt met een stem in haar hoofd.

De vrouw is gemodelleerd naar Estamira, een vrouw die leeft op een vuilnisbelt bij Rio de Janeiro. Ze wordt gespeeld door Elsie de Brauw. De Brauw neemt letterlijk de woorden en intonatie over die de echte Estamira gebruikt in een poëtische en indringende documentaire van Marcos Prado.

Het is hellish, zegt De Brauw hard aan het begin van de voorstelling en vervolgens I like it. We eten hier beter dan in een restaurant, zegt ze. Als je het goed kan bereiden, roept haar stem in de lucht over het toneel. Die stem is irritant, dwars en soms grappig. Hoewel een stem in je hoofd natuurlijk nooit vermakelijk is.

De dansers leven hun leven om de vrouw heen. Als zij brult van wanhoop dan houden ze haar voor de gek. Ook dat lijkt grappig. Het zou misschien ook grappend relativerend kunnen zijn, maar als de vrouw geschopt wordt blijft die optimische visie niet overeind. Het is een woeste vuilnisbelt en I like it vervliegt er met de dampende gassen uit de grond; 'er zijn mensen die er niet tegen kunnen'. Mooi en lelijk trekken continu met elkaar op.

Kleding gaat uit en aan. Een van de dansers pakt een panty van het toneel en trekt hem over zijn hoofd. Een groene doek wordt opgerold en de danser is een soldaat die koprollend over het toneel gaat met zijn nepgeweer voor zich uit. Dan maakt hij er een speer van. De punt klapt om als hij een aanloop neemt om hem weg te werpen. Een mooi beeld; de machoman blijft met een geknakt wapen zitten. Voor alles is echter een oplossing; de doek gaat opgerold als handgranaat het publiek in.

Als de dansers in een groepje bij elkaar gaan zitten of liggen dan vormen ze een koortje. Ze zingen zacht en tastbaar. Niet rauw, maar mooi. De muziek van Bach wordt alleen aan het slot aangetast door het koor van doven. Zij laten juist door hun volslagen vreemde manier van zingen de schoonheid van de hemelse muziek eronder bovenkomen.

Daar waar ik ongemakkelijk van werd was een seks scene vooraan op het podium. De vrouw met haar hand in de onderbroek van de man die verder naakt is. De muziek is romantisch. Wat er gebeurd is heftig de liefde bedrijven in dans. De man blijft er niet onbewogen onder zie je - ook vanaf de derde galerij achter - aan zijn naar voren gespannen onderbroek.

Seks op de vuilmisbelt? Ik kan me er niet zoveel bij voorstellen. Zou ook in die armoedige situatie seks in de vorm van een spel zo belangrijk zijn? Na het zien van de documentaire is die twijfel verdwenen. Maar zo openlijk uitbundig? De vuilmisbelt van lompen is geen vuilnisbelt, maar een metafoor. Een metafoor voor wat? Het lelijke van de wereld, met die prachtige muziek van Bach en tedere en speelse seks als tegenpool? Ik kom er niet uit.

Een van de mooiste dansen uit de voorstelling kreeg een daverend applaus. Dat kwam al tijdens de opvoering, alsof het een solo binnen een stuk jazz was. Het ging om een danser die uit zijn rol stapte en geluidskunstenaar werd. Zijn stem begon met het gezoem van een vlieg en allengs ging het meer lijken op de ratelende stem van een veilingmeester die met zijn vinger priemde naar plekken in de zaal. Het was de toon waarop de echte Estamira haar scheldcanonades de wereld inslingert. De woorden gingen over in een dans met zang die gezongen werd als op een LP die te snel en dan weer te langzaam draait. De dans volgde dat tempo.

Helemaal aan het eind stapte ook De Brauw uit haar rol. Van toneelspeelster veranderde ze in een danseres. Het werd een daverend stuk van vreugde die er door muziek en bewegingen in werd geblazen. Maar vlak voor het einde viel alles stil - alsof na het feesten de toekomst niet zeker was - tot ook hier het applaus uit de zaal die stilte verbrak.


Geen opmerkingen: