woensdag 6 november 2013

Dansvoorstelling over 'fucking war'


Het loopt goed af. Dat wordt gemeld aan het begin van de voorstelling: Sun. Sun wordt gedanst door het Engelse gezeldschap de Hofesh Schechter Company. Deze staat onder leiding van de Israëlische choreograaf Schechter.

Het podium is zwart. De lichten zijn uit. De stem die ons, het publiek, geruststelt, klinkt in het donker. Dan komt een fragment vrolijke dans in witte kleuren op een helverlicht toneel. Daarna weer donker. Licht, donker, rook en schaduwen wisselen elkaar tijdens de dans voortdurend af.

Sun begint met kanonsschoten. Of was eigenlijk al begonnen met die geruststellende mededeling. De choreografie heeft een duidelijke structuur. Vrolijke dans, gevolgd door dreiging, ijselijk geschreeuw en dan weer verder alsof er niets aan de hand is.

Een schaap wordt gepakt door een wolf. Een 'inboorling' vermoord door karikaturale koloniaal met geweer. Vrouwen worden in een oogwenk veranderd in geile wezens, madonna's en tankgirls. Een man wordt op het podium in elkaar gemept. Maar als het indringende aftuigen afgelopen is, maken zowel daders als slachtoffer een buiging. Ik ben opgelucht: het was maar een toneelstukje. Even had ik niet door dat het dat al was.

De ceremoniemeester die de dansers begeleidt en opzweept, wordt daarna generaal. Soldaten marcheren naar hun einde, rennen weer terug en beginnen weer als soldaat. Oorlog en vrede lopen door elkaar heen. Het dagelijkse leven gaat ook tijdens vreselijke gebeurtenissen door alsof er niets aan de hand is. De oorlog en het geweld is een geaccepteerd deel van het leven. Zo lijkt het. Zeker in een choreografie van een Israeliër een indringend gegeven. In de zaal lachen desondanks mensen op de meest ongepaste momenten. Om hun ongemak weg te lachen of omdat ze niet (willen) zien wat er gebeurt.

Aan het einde van de voorstelling ben ik weer volledig meegenomen. Een man en een vrouw beelden met gebaren het leven uit. Als de andere dansers weer op het podium komen, merk ik dat ik de hele groep vergeten was. Even was door die twee de voorstelling sierlijk. Geen Afrikaanse ritmes met stampende danspassen, geen gemarcheer op marsmuziek, maar elegantie. Ook al is het maar een klein beetje. Dat mis ik in de voorstelling: de sierlijkheid van dans. Had het er maar heel even in gezeten. Het had de dans comfortabeler gemaakt.

De handout bij de voorstelling haalt The Australian aan. Die krant ziet als thema van de voorstelling slechts: lammeren die naar de slachtbank gaan. Toch zie ik een man die zijn schaap weggooit; er duidelijk afstand van neemt. Met andere woorden in verzet komt. Hij schreeuwt over de fucking war. De voorstelling is anti-oorlog, en maakt de zaken niet mooier dan ze zijn.

Geen opmerkingen: